De historie van De Hoemannen
Mijn naam is Walrick, de hoofdman van de Hoemannen. In de bossen, vennen en heide van Heumen en Overasselt waren wij thuis. Ik geef toe, dat de mensen vroeger wel een beetje bang voor ons waren, want soms hingen we in deze streken de boeman uit. Langs de oude Romeinse wegen pakten we een paard af van een gierige rijkaard, of zijn buidel met gouden munten. We verzamelden zo heel wat schatten in onze schuilplaats. Maar liep er over het zandpad een arme sloeber te sloffen, dan kreeg hij van ons een homp brood, heilzame kruidendrank om aan te sterken en een warme mantel of enkele goudstukken. Zo waren we dan ook wel weer.
Bij de vennen hadden we een fijne plek om te wonen met onze families. De vrouwen wisten precies welke kruiden en bessen gezond waren. Ze konden uitstekend koken. Onze hoemannetjes groeiden als kool. Zo leefden we gemoedelijk verder, tot die ene noodlottige dag.
Een voor een werden onze kinderen ziek. Ook mijn enige dochter, de kleine Heriberta, lag rillende van de koorts op haar strobaal. Wij waren dan wel ruige kerels met grote baarden, maar als je kleine dondersteen er zo erg aan toe is, blijft er van die stoere praat weinig over.
De koorts duurde al een volle week toen er ’s avonds een vreemdeling aanklopte. Eerst wilden we hem niet binnenlaten, maar toen zagen we dat hij ongewapend was.
‘Ik hoef geen zwaard, want ik breng overal alleen maar goede dingen’, vertelde hij. We konden ook wel zien dat hij nergens bang voor was, het was een boom van een vent. Hij keek eens bezorgd de hut rond. Allemaal zieke kinderen, maar geen een was er zo ziek als Heriberta. ‘Mag ik haar niet helpen?’ Vroeg de man, die Willibrord heette. Iemand met zo’n gekke naam vertrouwde ik niet meteen. ‘Blijf maar mooi uit de buurt’, zei ik.
‘Ook goed, maar je wilt toch ook dat ze de ochtend haalt?’ Iedereen in onze grote hut werd doodstil. ‘Ik weet hoe ze beter kan worden’, ging hij verder. ‘Haal het lint uit haar haren en hang het in de eikenboom die hier buiten staat. ‘En dan?’, vroeg ik zo stoer mogelijk. ‘Dan zul je zien dat de koorts morgen verdwenen is.’ Mijn vrouw begon al aan het lint te trekken. Maar ik dacht – waarom zou Willibrord ons helpen? Dat doet hij vast niet gratis! ‘Wat moet dat kosten?’ Hoorde ik mezelf vragen. Mijn vrouw werd al boos. Hallo, alsof we niet álles zouden geven voor genezing!
‘Ik hoef er niets voor te hebben, zei Willibrord. Maar als ze beter wordt, mogen de Hoemannen nooit meer stelen en alleen nog maar goede daden doen. Beloven jullie dat? De andere Hoemannen schudden hun hoofd al van ‘nee’. Maar ik zei: dat beloven we! Als onze kinderen beter worden. Eerst zien, dan geloven!’
En zo komt het dat jij, beste reiziger, ook vandaag nog naar de koortsboom kunt gaan als je ziek bent. Want het wonder gebeurde: de volgende dag liepen onze rakkers allemaal weer te hollen alsof er niks was gebeurd. In de boom hingen wel vijftien linten te wapperen als vaandeltjes in de wind.
Onze Hoemannen-bende heeft geen rijkaards meer bestolen. En lang nadat wij er niet meer waren, stond de boom er nog. Keizer Karel de Grote was er zó blij mee dat hij een kapel liet bouwen. Ook die stenen zijn alweer vergaan. Maar de heilzame werking van deze bossen is nooit over gegaan.
Nog steeds komen de mensen hier graag. Je hoeft daar helemaal niet ziek voor te zijn. Deze streken hebben zoveel ontspanning en moois te bieden, dat alleen doet de mens al goed! Kom zelf een keer op ontdekkingstocht! De Hoemannen zullen je niet tegenhouden. Je bent overal welkom! Er woont hier alleen maar goed volk!
OM TE ERVAREN
“Ervaren” is het sleutelwoord in Heumen. Even het verstand op nul zetten en genieten van alles wat de mooie omgeving je te bieden heeft. Weg uit de dagelijkse drukte en terugschakelen naar een lagere versnelling, waarin je al het moois om je heen veel bewuster beleeft.
Heumen is de ideale streek voor een dagtripje, weekend of vakantie met het gezin, je partner, een groep vrienden of de sportvereniging. Dankzij de vele mogelijkheden, zowel binnen als buiten, beleven jullie hier een onvergetelijke tijd.